Ik probeer m’n gedachten te verzetten door in m’n hoofd een liedje mee te neuriën op de maat van de melodie die de regendruppels vallend op m’n regenjack maken. Voor me zie ik dikke druppels als rijpe kersen op het voetenbord uiteenspatten. Buiten dat het regent is het ook erg koud. Ik hoor Herman aan de roeiers in de boot naast ons vragen waar ze vandaan komen. “So I listen to the radio, listen to the radio” Gaat het in m’n hoofd. Nee het zijn niet de The Corrs met Radio. Misschien iets meer down tempo. Een ballade past wellicht beter bij deze regenmelodie. Ik word uit m’n gedachten gehaald doordat ik de roeiers in de boot naast ons op een vraag van Herman hoor antwoorden dat de roeivereniging waartoe ze behoren niet bij water in de buurt ligt. Wel is de vereniging ongeveer 100 leden groot. De belofte van roeien alleen, was klaarblijkelijk voldoende om 100 mensen in de benen te krijgen. Of was de aantrekkingskracht van een lidmaatschap van een sportvereniging zonder daadwerkelijk te moeten sporten hier de katalysator geweest. Zegt misschien iets over de sportieve ambities van deze leden. Hoe dan ook, het is goed de tegenstand te kennen.